Nokia 208 - Noodoproepen

background image

Noodoproepen

1. Zorg ervoor dat het apparaat is ingeschakeld.

2. Controleer of de signaalontvangst voldoende is.
Mogelijk moet u ook de volgende stappen uitvoeren:

Plaats een simkaart in het apparaat als dat door uw apparaat wordt ondersteund.

Schakel de oproepbeperkingen in uw apparaat, zoals het blokkeren van oproepen, vaste nummers of beperkte groep

gebruikers uit.

Zorg ervoor dat het profiel Vlucht niet is geactiveerd.

Als de apparaattoetsen vergrendeld zijn, ontgrendelt u deze.

3. Druk meerdere malen op de eindetoets, totdat het startscherm wordt weergegeven.

4. Voer het officiële alarmnummer in voor het gebied waar u zich bevindt. Alarmnummers verschillen per locatie.

5. Druk op de beltoets.

6. Geef de benodigde informatie zo nauwkeurig mogelijk op. Beëindig de oproep pas als u hiervoor toestemming hebt gekregen.
Wanneer u uw apparaat de eerste keer inschakelt, wordt u gevraagd uw Nokia-account te maken. Druk op de oproeptoets als u

tijdens het instellen van de account een alarmnummer moet kiezen.

Belangrijk: Als uw telefoon internetoproepen ondersteunt, moet u zowel mobiele als internetoproepen activeren. De

telefoon kan noodoproepen zowel via het mobiele netwerk als via uw serviceprovider voor internetoproepen proberen te

kiezen. Verbindingen kunnen niet onder alle omstandigheden worden gegarandeerd. Vertrouw nooit alleen op een

draadloze telefoon voor het tot stand brengen van essentiële communicatie, bijvoorbeeld bij medische noodgevallen.